
Nieuws
Verbeterpunten biologische combi-luchtwassers verkend: nodig en mogelijk
Een juiste zuurgraad van het waswater in biologische combi-luchtwassers is van cruciaal belang voor een goede verwijdering van ammoniak uit de stallucht zonder ongewenste neveneffecten. Met aanpassingen in de besturing en uitbreiding in de software is betere regulering van de zuurgraad mogelijk. Resterende geur in de uitgaande lucht uit de onderzochte biologische combi-luchtwassers blijkt tot wel 90% te worden veroorzaakt door drie zwavelhoudende stoffen.
Als de zuurgraad (pH) hoger dan pH 7,5 is, lost ammoniak slecht op in het waswater en emitteert naar de omgeving. Als de pH van het waswater lager dan pH 6,5 is, lost ammoniak goed op, maar wordt dit in de luchtwasser door microbiologie (deels) omgezet naar andere milieuschadelijke stikstofgassen zoals stikstofoxiden (NOx) en lachgas (N2O), in plaats van vastgelegd in het waswater als nitraat (beoogde werking).
De aanbevolen maatregelen voor verbeterde werking richten zich voornamelijk op het reguleren van de pH, door het in balans houden van productie en afvoer van gevormd zuur:
- In de besturingssoftware de begrenzing wegnemen in de afvoer van spuiwater en de aanvoer van schoon water naar de waswaterput.
- Stal-specifieke inregeling van parameters in de besturingssoftware van de luchtwasser in plaats van generieke waardes aanhouden.
- Automatische regeling in de besturingssoftware van de luchtwasser die pH en EC bewaakt. Dit is de geautomatiseerde variant van punt 2.
- Plaatsing van een zuur- en loogdosering, die bij overschrijdingen van de toegestane pH-bandbreedte (pH 6,5- 7,5) de pH kan corrigeren.
Voor een goede werking zijn daarnaast van belang gebleken:
- Goede informatievoorziening over de actuele werking van de luchtwasser naar de eigenaar/beheerder. Bijvoorbeeld via een online platform waar de data toegankelijk is gepresenteerd;
- Juist ontwerp en inrichting van de waswaterput;
- Tijdig en goed onderhoud (randvoorwaarde).
Geur
Naast ammoniak hebben de onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) ook gekeken naar geur. De geurconcentraties zijn bepaald met de momenteel voorgeschreven olfactometrische methode en daarnaast met een chemisch analytische methode, die nog in ontwikkeling is. De geurconcentraties variëren sterk tussen de verschillende metingen en tussen de locaties. Uit de resultaten verkregen met de chemisch analytische methode bleek dat de geurconcentratie in de lucht die uit de luchtwassers kwam vaak gedomineerd werd – tot wel 90% - door drie zwavelhoudende componenten. Het gaat om waterstofsulfide, methylmercaptaan en in mindere mate dimethylsulfide. Zwavelcomponenten lossen slecht op in water met een pH tussen 6,5 en 7,5 en zijn daarom slecht te verwijderen met de huidige biologische combi-luchtwassers.
Suggesties voor maatregelen voor het stabiliseren en verbeteren van geurverwijdering met biologische combi-luchtwassers zijn:
- Bevorderen van een continue en stabiele werking van de luchtwasser; schommelingen in waswaterkwaliteit (zoals grote veranderingen van pH) en het uitvallen/stilleggen van de luchtwasser lijken ongunstig voor de verwijdering van geur.
- De pH van het waswater inregelen in het bovenste deel van de toegestane pH-bandbreedte (rond pH 7,3). Zwavelcomponenten lossen (iets) beter op bij een hogere pH.
Voor een flinke vermindering van de geurvracht uit de stal lijken bronmaatregelen nodig die vorming van zwavelhoudende stoffen verminderen of voorkomen. Zoals aanpassing in de samenstelling van het voer door minder zwavel- en sulfaathoudende ingrediënten te gebruiken en snelle afvoer van mest, omdat tijdens opslag van mest processen op gang komen die zwavelhoudende gassen vormen.
Onderzoek naar voersamenstelling als bronmaatregel vindt plaats in de PPS C~AIR~EPig.
Opzet onderzoek
Op vier bedrijven met vleesvarkens zijn bij één biologische combi-luchtwasser per bedrijf ruim een jaar lang continue metingen gedaan door Wageningen Livestock Research om de ammoniakverwijdering vast te stellen. Ook is door Wageningen Plant Research periodiek de geurverwijdering bepaald met twee verschillende methoden. Verder is de data over de werking uit het elektronische logboek van het luchtwasser verzameld.
Ieder kwartaal is aan de hand van al deze gegevens de werking van de luchtwasser beoordeeld. De meetresultaten en analyses werden besproken in een werkgroep bestaande uit: veehouder, luchtwasserleverancier, onderzoekers van WLR, projectleider(s), omgevingsdienst en opdrachtgever Provincie Noord-Brabant. In de werkgroep zijn de te onderzoeken maatregelen geformuleerd.